Pensioen, in een zwart gat beland?

Uit de Volkskrant Tomas van Dijk 

Zo voorkom je dat je na het stoppen met werken in een zwart gat belandt.

Als je leeft voor je werk en ervan afhankelijk bent voor je sociale contacten, kan de pensionering hard aankomen. Hoe voorkom je dat je na je laatste werkdag in zak en as zit?

Pensioen? Ernest Hemingway had bepaald geen positieve associaties bij dat woord. De Amerikaanse auteur omschreef het als ‘het lelijkste woord in de taal’.

‘Zijn uitspraak hint op een zeer pessimistische kijk’, zegt psycholoog Susanne Scheibe van de Rijksuniversiteit Groningen. Volgens haar zijn er weinig onderwerpen waar mensen zulke uiteenlopende opvattingen over hebben. De oude dag staat synoniem voor zowel vrijheid als lusteloosheid.

Volgens Scheibe valt de pensionering voor de meeste mensen niet tegen, al hangt de uitwerking af van je uitgangspositie. ‘Het pensioen kan een aangename periode zijn als je je financieel goed hebt voorbereid en activiteiten ontplooit waar je voldoening uit haalt; reizen, tuinieren, vrijwilligerswerk of betaald werk na het pensioen.’ Uiteraard moet het qua gezondheid, en met het welzijn van naasten, dan ook meezitten.

Scheibe wijst onder meer naar de Health and Retirement Study, een onderzoek in de VS waarbij zo’n twintigduizend 50-plussers op gezette tijden aangeven hoe gelukkig en gezond zij zich voelen.

 

Deze studie onderscheidt ruwweg drie groepen gepensioneerden. De meeste mensen (ongeveer driekwart) genieten van hun oude dag. Een klein deel hiervan (ongeveer een op de twintig) ervaart zelfs veel meer levensgeluk. Denk hierbij vooral aan mensen die een zeer stressvolle of onbevredigende baan hadden.

De derde groep meldt een kleine daling in welzijn direct na pensionering, maar de somberheid vermindert in de jaren daarna deels. ‘Met andere woorden: het lijkt er niet op dat veel mensen in een zwart gat vallen als ze met pensioen gaan’, zegt Scheibe.

Maar er zijn ook studies die een somberder beeld schetsen. Zoom je in op een deel van diezelfde Amerikaanse dataset, dan kun je evengoed concluderen dat het voor je gezondheid gunstig is om niet te vroeg met pensioen te gaan.

Mensen die op hun 65ste stoppen met werken hebben meer kans om in de loop van dat jaar te overlijden dan zestigers die een jaar langer blijven werken. Zelfs als je corrigeert voor socioeconomische factoren, levensstijl en gezondheid, blijft er een verhoogd risico van 11 procent, schreven onderzoekers van Oregon University in 2016.

Welk effect heeft pensionering op de gezondheid en gemoedstoestand in Nederland? Daar is nog weinig over bekend. ‘Er is pas vrij recent aandacht voor. De eerste empirische studies lopen nog’, zegt arbeids- en organisatiepsycholoog Beatrice van der Heijden van de Radboud Universiteit Nijmegen. ‘Het staat vast dat pensionering een ingrijpende gebeurtenis is, zeker als je voor je sociale contacten sterk leunde op je werk. Ging je helemaal op in je werk en ontleende je daar je identiteit aan, dan moet je al tijdens de laatste loopbaanfase op zoek naar nieuwe passies en levensdoelen. Als je je door dit alles laat overvallen, kan ik me voorstellen dat je in een zwart gat belandt.’

Van der Heijden doet onderzoek naar ‘duurzame loopbanen’. Volgens haar worden ouderen nu nog te eenvoudig en vaak ‘uitgerangeerd’ en dat al (ver) voor de pensioengerechtigde leeftijd. ‘Mensen halen nu soms met moeite de eindstreep. Zeker als ze geacht worden tot aan hun pensioen hetzelfde werk te doen. We onderschatten het belang van kennisoverdracht.’

Van der Heijden pleit ervoor werknemers die de pensioenleeftijd naderen meer in te zetten voor kennisoverdracht. ‘Biedt werknemers die binnenkort met pensioen gaan de mogelijkheid om zich daar op te richten. Zo blijft de kennis behouden voor de volgende generatie. Bovendien ervaren ouderen het als betekenisvol.’

‘Het levert je veel op als je maatschappelijk relevant werk blijft doen’, zegt Van der Heijden. ‘Je behoudt een bepaalde routine, je wordt cognitief uitgedaagd, beweegt mogelijk ook meer en doet sociale contacten op. Je moet iets hebben om je bed voor uit te komen.’

Alleenstaande Nederlanders van boven de 65 doen het meeste aan vrijwilligerswerk, gemiddeld 2,5 uur per week. Dat is beduidend meer dan de 1,7 uur gemiddeld voor de Nederlandse bevolking van 12 jaar en ouder.

Het is beter dan duimendraaien of achter de buis zitten. Dat laatste doen 65-plussers (vooral oudere heren) aanzienlijk meer dan de rest van de bevolking. In 2016 zaten mannen van pensioenleeftijd gemiddeld 32 à 36 uur per week achter een scherm , becijferde het Sociaal Cultureel Planbureau. Dat is zo’n 50 procent meer schermtijd dan jongere mannen, als je computeren voor werk of studie buiten beschouwing laat. Bij oudere dames ging het om ongeveer 25 uur.

Bereid je goed voor op je pensioen, raadt Scheibe aan. ‘Financieel, lichamelijk én sociaal. Investeer in relaties, hobby’s en zorg voor lichaamsbeweging.’ Mensen die voltijds werkten lopen het meeste gevaar om van een koude kermis thuis te komen: zij zijn niet gewend aan de non-stop vrije tijd. Daarbij komt dat ze de jaren ervoor minder tijd hadden om te investeren in hobby’s en relaties buiten het werk. ‘Je moet leren omgaan met vrije tijd’, zegt Van der Heijden.